“Te weinig inspanningen voor Nederlandstalige dienstverlening in Brussel”

In de Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand en Dierenwelzijn van woensdagochtend presenteerde Vlaams minister van Brussel Benjamin Dalle (CD&V) zijn beleidsplannen voor het laatste begrotingsjaar van deze legislatuur. Vlaams Parlementslid Annabel Tavernier (N-VA) blijft op een aantal vlakken op haar honger zitten: “Als Vlaams minister van Brussel beschik je over een belangrijke brugfunctie waarmee je kan wegen op het beleid van de andere regeringen en besturen in Brussel, maar dat heeft minister Dalle de afgelopen legislatuur veel te weinig gedaan. Zeker wanneer het gaat om de versterking van het Nederlands in Brussel is het eigenlijk vooral bij briefdiplomatie gebleven.” 

Het Brusselbeleid van minister Dalle gaat zijn laatste begrotingsjaar tegemoet. Een belangrijke doelstelling van zijn beleid betreft de versterking van de positie van het Nederlands in Brussel. De minister nam zich bij de start van de legislatuur daarom voor een actief taalpromotiebeleid te voeren. Ook zou hij toezien op een correcte naleving van de taalwetgeving door onder meer de Brusselse lokale besturen, ziekenhuizen, politie en brandweerdiensten. Tavernier maakt de balans op: “De minister heeft met de versterking van het Huis van het Nederlands en het Steunpunt Taalwetwijzer zeker enkele belangrijke stappen gezet, maar ik kan alleen maar vaststellen dat bijna alle problemen op het vlak van Nederlandstalige dienstverlening in Brussel vandaag nauwelijks verbeterd zijn. Uiteraard is hij niet de eindverantwoordelijke, maar hij heeft te weinig inspanningen geleverd om te komen tot een oplossing voor het probleem."

Volgens Tavernier heeft de minister onvoldoende gebruikgemaakt van zijn brugfunctie: “Als Vlaamse spreekbuis in Brussel heeft hij zijn stem veel te weinig laten horen. Daar waren nochtans voldoende redenen voor. Ik denk aan de meertaligheidsagenda van Brussels minister Gatz, de gebrekkige tweetalige dienstverlening bij de Brusselse ziekenhuizen en lokale besturen en de aanpak van de coronacrisis. Ik roep de minister dan ook opnieuw op om de komende maanden alsnog een inspanning te doen en zijn politieke gewicht in de schaal te werpen.”