14de plaats, Lier
Kruimelpad
N-VA hekelt tekort aan Nederlandstalige huisartsen in Brussel
De N-VA hekelt niet enkel het nijpende tekort aan Nederlandstalige huisartsen in Brussel, maar ook het feit dat het aantal de laatste jaren maar erg traag aangroeit. Het Huis voor Gezondheid en de Brusselse Huisartsenkring bevestigen dat tekort. “Er komen te weinig artsen bij in vergelijking met zij die op pensioen gaan." (Verschenen op BRUZZ op 12/03/2021)
Nijpend tekort
Vlaams Parlementslid uit Schaarbeek Annabel Tavernier (N-VA) vroeg de cijfers op bij het RIZIV. Daaruit blijkt dat in 2019 slechts 155 huisartsen in het Brussels gewest waren ingeschreven op de Nederlandse taalrol. De laatste tien jaar zouden er volgens die cijfers bovendien amper 23 bijgekomen zijn.
“Dat er een tekort is, klopt zeker,” zegt Vincent Janssens, voorzitter van de Brusselse huisartsenkring. “Er komen bovendien te weinig artsen bij in vergelijking met zij die op pensioen gaan. Een studie van het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn van enige tijd terug toonde dat ook aan. Daar was sprake van een relatief tekort in een aantal gemeenten, maar men hield in die studie geen rekening met taal. Wij vragen daarom al langer een nieuwe studie die ook talenkennis in kaart brengt.”
Toegankelijkheid moet beter
Enkel rekening houden met het aantal Nederlandstaligen woonachtig in Brussel, volstaat niet. “Nederlandstalige artsen ontvangen immers ook Frans- of anderstaligen patiënten,” aldus Janssen. “Bij mijn weten werkt 64 procent van ons daarom met een patiëntenstop. Maar dat is natuurlijk problematisch voor de Nederlandstalige patiënten die geen huisarts vinden. Daarom heb ik hen ook gevraagd om een uitzondering te maken voor de Nederlandstalige patiënten. Ik weet dat ik daarop zal aangesproken worden, maar wie weet er een andere oplossing?”
Over of er overigens effectief slechts 155 Nederlandstalige huisartsen in Brussel zijn, bestaat discussie. Zo bestaan er immers ook huisartsen die ingeschreven zijn op een andere taalrol of huisartsen die tweetalig zijn. Belangrijker dan de cijfers is daarom het feit dat de toegankelijkheid van de huisartsgeneeskunde voor Nederlandstalige mensen niet volstaat, benadrukken ervaringsdeskundigen.
Ongelijke verdeling tussen wijken
Ook Annick Dermine, directrice van het Huis voor Gezondheid Brussel, bevestigt dat er sprake is van een structureel tekort. “Als een Nederlandstalige arts zich ergens vestigt, zit die heel snel met heel veel werk.” Dermine wijst bovendien op de ongelijke verdeling van artsen over het gewest. “Er bestaan echt wijken met een schrijnend tekort. Zeker de Nederlandstalige artsen zijn onevenredig verspreid.”
De studie van het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn heeft niet altijd een verklaring voor de lokale verschillen. Wijken met een nijpend tekort zijn bijvoorbeeld Kuregem Dauw, de Europese wijk, maar ook de wijk van de Grote Markt, Dansaert of de Koningswijk.
GGC schiet tekort
Volgens de N-VA schiet vooral de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC) hier tekort. “Er is een acute nood aan bijkomende inspanningen om het Nederlandstalig huisartsennetwerk in Brussel te versterken,” aldus Vlaams parlementslid Annabel Tavernier (N-VA), die in de Commissie voor Brussel en de Commissie voor Welzijn de Nederlandstalige dienstverlening en het Vlaams welzijnsbeleid in Brussel opvolgt. “Het is vooral de GGC die, als inrichtende overheid van het zorgveld in Brussel, compleet tekortschiet om het Nederlands een rol van betekenis te geven in de hele Brusselse zorgketen.”
Volgens Janssens is huisarts een vrij beroep en is het probleem daardoor niet zo makkelijk te verhelpen. “Waarom blijven bepaalde artsen niet in Brussel? Eén van de belangrijke zaken die ik hoor is dat ze niet makkelijk aan een pand raken of bijvoorbeeld geen opvang voor hun kinderen vinden. Dat zijn eventueel factoren waar men naar kan kijken.”
Nood aan inhaalbeweging
Volgens Dermine is er zeker een inhaalbeweging nodig en mag er ingezet worden op het aantrekken van Nederlandstalige zorgprofessionals en tweetaligheid. “Maar we moeten ook kijken naar de praktijk. Een Franstalige dokter die zijn beroep in het Nederlands wil uitoefenen, krijgt daarvoor niet zoveel kansen in de praktijk. Bovendien heeft de hele pandemie alles een beetje on hold gezet. Maar er zou meer gedaan kunnen worden.”