14de plaats, Lier
Kruimelpad
‘Het gaat bergaf met het respect voor de taalwetgeving in Brussel’
De Brusselse vicegouverneur controleert alle aanwervingen en benoemingen in de lokale Brusselse besturen op hun overeenstemming met de taalwetgeving. Zijn recente jaarverslag bevestigt opnieuw de al jaren geldende tendens: het gaat bergaf met het respect voor de taalwetgeving in Brussel. Overal ter wereld zijn gelijkheid en respect een thema vandaag, maar de structurele (taal-)discriminatie van de Vlamingen is voor de Brusselse besturen blijkbaar niet problematisch, schrijven Vlaams Parlementsleden voor Brussel Annabel Tavernier en Karl Vanlouwe (beiden N-VA) in de nasleep van 11 juli op Doorbraak.be.
Lak aan respect voor taalwetgeving
Elk jaar publiceert de Brusselse vicegouverneur zijn jaarverslag waaruit opgemaakt kan worden hoe de lokale besturen de taalwetgeving in Brussel naleven. Het nieuwste verslag schetst een weinig fraai plaatje. Bijna 60% van de beslissingen bij de gemeenten en OCMW’s zijn niet conform de taalwetgeving. In de gemeenten voldoet slechts 15,4% van de contractuele aanwervingen aan de bestuurstaalwet. Bij de OCMW’s is de situatie nog benarder: amper 4,7% van de contractuele aanwervingen is conform de bestuurstaalwet. De taalwet lijkt wel een vodje papier.
De vicegouverneur kan een onwettige aanstelling wel schorsen, maar de schorsing is slechts tijdelijk. Het is aan de Brusselse Regering om onwettige benoemingen te vernietigen, wat het afgelopen jaar geen enkele keer gebeurde! De illegitieme benoemingen bleven op die manier allemaal overeind. Groen en sp.a, die er in de meerderheid zitten, laten gewoon betijen. Het zegt veel over het ‘Vlaamse’ karakter van deze partijen…
Dura lex, sed lex
Daarbovenop wordt de controle van de vicegouverneur bemoeilijkt door een gebrekkige informatiedoorstroming vanuit sommige gemeenten en OCMW’s. Onder meer Molenbeek en Sint-Lambrechts-Woluwe verzaken aan hun wettelijke plicht. Hierdoor zijn de cijfers nog een onderschatting van het torenhoge probleem. De Brusselse gemeenten hebben duidelijk lak aan het tweetalige statuut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en hun verplichtingen qua rapportering.
De lokale besturen zijn overigens niet de enige plaats waar burgers regelmatig slachtoffer worden van taaldiscriminatie. Ook bij de brandweer, politie, ziekenhuizen of de diensten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn inbreuken tegen de taalwetgeving schering en inslag. We drijven steeds verder af van een echte tweetaligheid in onze hoofdstad, nochtans wettelijk vereist. Dura lex, sed lex.
Nood aan bewustwording op brede schaal
Opmerkelijk genoeg ligt, in vergelijking met het hoge aantal inbreuken, het aantal taalklachten relatief laag. Er is duidelijk een soort van berusting in onze Vlaamse pels geslopen. Veel Vlamingen schakelen snel over naar een andere taal van zodra duidelijk wordt dat de persoon aan de andere zijde het Nederlands niet machtig is, zelfs indien die andere persoon de overheid vertegenwoordigt. We zijn het gewoon om in Brussel niet overal in onze moedertaal geholpen te worden. Dat is geen goede evolutie.
We roepen iedereen op om overtredingen tegen de taalwetgeving niet blauwblauw te laten, maar om over te gaan tot het indienen van een formele taalklacht. Niet alleen kan dit leiden tot een concrete oplossing van de klacht in kwestie, maar zal dit ook bijdragen tot correctere cijfers en dus tot een bewustwording van de problematiek op brede schaal, bij politici en niet-politici.
Waarom is het zo belangrijk om inbreuken tegen de taalwetgeving niet zomaar te laten passeren? De taalwetgeving is de wettelijke basis van de gelijke behandeling van Nederlands en Frans, van Nederlandstaligen en Franstaligen. Flagrante taalwetschendingen zijn effectief structurele discriminatie en anno 2020 onaanvaardbaar!
Geen tweederangsburger
Vlaams-Brusselse politici breken een lans voor Arabisch of Bulgaars achter de loketten of in het ziekenhuis, maar doen niets aan de inbreuken op de taalwetgeving. Zelfs de Minister van Meertaligheid Sven Gatz gaf al aan geen prioriteit te geven aan de naleving van de taalwetgeving. Dat is toch te gek voor woorden? Overal ter wereld beheersen gelijkheid en respect vandaag het debat, maar de discriminatie van de Vlaamse Brusselaar en het respect voor het Nederlands bij overheidsdiensten laten diezelfde Vlaams-Brusselse politici volledig koud. Deze hypocrisie is een schrijnend voorbeeld van de wegkijkpolitiek of zelfs ontkenning die in Brussel heerst. Is en blijft de Vlaming een tweederangsburger voor de Brusselse besturen?
De N-VA weigert deze taaldiscriminatie in eigen voortuin te aanvaarden en rekent op elke Vlaming die hiermee in aanraking komt om hetzelfde te doen. Enkel door de taalwetschendingen luid en duidelijk aan de kaak te blijven stellen, kunnen we de positie van het Nederlands in onze hoofdstad vrijwaren. Brussel is ook onze hoofdstad.
Dit opiniestuk werd gepubliceerd op 17 juli 2020 op Doorbraak.be.