Het Huis van het Nederlands beschikt over een aanbod voor de Brusselse gemeentebesturen om de kennis van het Nederlands bij hun personeel te verbeteren. Uit eerdere cijfers die Vlaams parlementslid Annabel Tavernier opvroeg bleek dat in de periode 2015-2021 slechts vijf van de negentien Brusselse gemeenten een beroep deden op dat aanbod.
Triestig record geschrapte benoemingen
Nochtans toont het meest recente jaarverslag van de Brusselse vicegouverneur aan dat het nooit eerder zo slecht gesteld is met de naleving van de taalwetgeving door de Brusselse lokale besturen. Tavernier: “De vicegouverneur schorste het voorbije jaar 60 procent van de aanwervingen omdat die in strijd waren met de taalwetgeving. Een nieuw triestig record. Je zou dan toch mogen verwachten dat de Brusselse gemeenten extra moeite doen om hun Nederlandstalige dienstverlening te verbeteren, maar zelfs met een nieuw en uitgebreid aanbod van het Huis van het Nederlands is dat voor het merendeel van de Brusselse gemeenten geen prioriteit.”
Brusselse gemeenten weigeren botweg inspanningen
Om meer Brusselse gemeenten te overtuigen om een samenwerking op te zetten, werkte het Huis van het Nederlands een nieuw en breder aanbod uit. Dat resulteerde echter niet in nieuwe samenwerkingen. “Onbegrijpelijk”, stelt Tavernier. “Het Huis van het Nederlands heeft dat vernieuwd aanbod nochtans op een overleg met de Brusselse gemeenten gepresenteerd en aansluitend zelfs een bevraging georganiseerd om de noden in kaart te brengen. Slechts 8 van de 19 gemeenten hebben daarop gereageerd. Ik kan alleen maar vaststellen dat de meerderheid van de Brusselse gemeenten en OCMW’s gewoonweg weigert om inspanningen te leveren.”
Volgens Tavernier ligt de bal in het kamp van de Brusselse gemeenten: “Het Huis van het Nederlands levert gigantisch veel inspanningen, maar het is uiteindelijk de verantwoordelijkheid van de gemeenten om nu eindelijk ten gronde hun gebrekkige naleving van de taalwetgeving aan te pakken.”